De macht van het Woord van de Heer

Hoofdstuk 83, 1-10, uit het grote Johannesevangelie, Deel 1, Jakob Lorber

[1] (De Heer:)'De leer zelf moet de waarheid rechtvaardigen. Wie in het vervolg niet door het woord zal leven, zal sterven door het gericht van datzelfde woord dat tot hem gesproken werd en dat hij niet geloofde en vertrouwde.

[2] Want net zoals Ik in Mij van de Vader de macht heb om aan iedereen die daarvoor ontvankelijk is door zijn wil, het eeuwig leven te geven of te nemen, zo is ook Mijn woord daartoe in staat; want Mijn woord is altijd de almachtige en voor alle eeuwigheid durende uiting van Mijn wil!

[3] Wie dus Mijn woord geheel in zich opneemt en strikt daarnaar handelt en leeft, die neemt daardoor Mijzelf met al Mijn liefde, wijsheid, macht en kracht in zich op en is daardoor een waar Godskind geworden, aan wie de Vader in de hemel niets van wat Hij heeft zal onthouden!

[4] Meer kan de heilige Vader niet doen dan dat Hij zich in Mij, Zijn Zoon, zelf lichamelijk openbaart, jullie gerichte schepsels tot geheel vrije goden maakt en jullie op die wijze Zijn vrienden en broeders noemt!

[5] Hou steeds voor ogen wie Degene is die jullie dit nu openbaart en wat jullie met deze openbaring gegeven wordt, dan zal de materiële wereld jullie niet meer verleiden en je zult haar met weinig moeite overwinnen, wat des te noodzakelijker is, omdat je zonder de wereld geheel overwonnen te hebben, geen kinderen van de Vader in de hemel kunt worden!

[6] Dat wil niet zeggen dat jullie daarom zwartkijkers en vervloekers van de wereld moeten worden, maar jullie moeten er op een wijze manier gebruik van maken.

[7] Zou je diegen niet dwaas noemen die zo verliefd werd op een bepaald handig werktuig, dat hij voor de uitoefening van zijn kunst nodig heeft, dat hij het helemaal niet voor het beoogde doel wilde gebruiken, maar het alleen maar wellustig aangaapte en in een kast bewaarde, opdat het niet roestig en daardoor minder mooi zou worden en daardoor afbreuk zou doen aan zijn genot, dat slechts inhoudsloos is?

[8] Voor jullie is de wereld ook een werktuig, waarmee je bij juist en doelmatig gebruik buitengewoon veel goeds en heerlijks kunt maken! [...]

[9] Als je het zó gebruikt en toepast, zal dit werktuig jullie het eeuwige leven bezorgen en verzekeren. Als je het echter anders gebruikt, dan wordt dit werktuig als een te scherp mes in de handen van een onmondig kind, dat zich daarmee maar al te gemakkelijk en te snel een dodelijke wonde kan toebrengen, die een dokter vrijwel niet meer kan genezen!

[10] Ontvang met deze woorden ook Mijn volle zegen en deel deze woorden ook mee aan al degenen die ze nu niet hebben kunnen horen; opdat zich later niemand kan verschuilen achter onwetendheid!