Licht door de sluier

DE GROTE VRAAG

Mensen die niet geheel in beslag worden genomen door wereldse dingen, vragen zich in stille uren af: “Wat zal er met mij gebeuren, als het einde van mijn leven is gekomen?”

Het “to be or not to be” is nog steeds dezelfde gedachte die de mens bezighoudt, al wil hij het niet bekennen. Juist de grote tegenstand tegenover de kennis van het verder leven bewijst dat het de mensen bezighoudt en dat ze er niet helemaal zeker van zijn het recht te hebben om het te ontkennen. Die ontkenning is zo een vreemd verschijnsel, want het ligt juist meer in de lijn van de wereldlingen om te verlangen naar een nieuw bestaan, als het oude heeft afgedaan, dan aan te nemen dat met het aardse leven alles is afgedaan. Maar toch is dat begrijpelijk voor hen die meer weten. Het is het voorvoelen van iets dat niet geheel in hun gedachten past en daarom liever gemeden wordt, al lijken ze daardoor op struisvogels. De wereld wil de feiten niet erkennen die zich steeds weer voordoen en zich vanaf de vroegste tijden hebben voorgedaan, aangepast aan de tijd waarin ze zich voordeden. Laten we zeggen: de mensheid is bang om te ontwaken uit haar materialistische roes en dan te moeten aanschouwen wat haar overblijft na haar verdwazing. Die vrees zorgt ervoor dat ze zelfgenoegzaam blijven voortstappen op het paadje dat zijzelf netjes hebben aangeveegd. Het zijn in de eerste plaats de wetenschappers – zoals jullie hen noemen, die rustig rond hun loophekje wandelen en denken al een hele tocht afgelegd te hebben. Zij turen naar de schijn van de dingen en vergeten het ware wezen ervan te doorgronden. Ik spreek hier in het algemeen, want er is al een kleine verandering in de stroom gekomen, die een nieuwe tak heeft gevormd. Het is ons grootste werk die nieuwe stroming in goede banen te leiden en zodoende het gedachteleven van de mensheid te beïnvloeden. Daaruit alleen kan het heil voortkomen, dat van zo grote invloed zal zijn in de wereld. Indien de mens overtuigd wordt van een ander bestaan dan het stoffelijke, dan zal ten eerste het verantwoordelijkheidsgevoel meer tot uiting komen, niet alleen voor zichzelf, maar ook voor anderen. Men zal dan gaan beseffen dat men niet alleen kan doen wat het lichaam ten goede komt, maar dat men ook nog voor iets anders te zorgen heeft, iets dat blijft, dat nooit vergaat en waarvoor men tot in de eeuwigheid verantwoordelijk is.

Als het einde van de aardse tijd daar is, komen bij een groot deel van de stervelingen pas de vragen op: “Waarheen gaan we, wat wacht ons?” Dan is het zo moeilijk om alles nog te leren doorgronden met een verzwakt brein. Hoe veel gemakkelijker zou het zijn dat alles te leren in de krachtigste perioden van het leven. Men zou dan toegerust zijn met een kennis die het zogenaamde sterven tot een gewoner feit zou maken en niet die grote smart zou veroorzaken, zoals dat nu het geval is. Hij die overging, zou niet met vrees naar de poort van de dood staren, maar zou er met vreugde en hoop door stappen, wetende dat aan de andere kant een nieuw leven wacht voor zijn geest: een rijker, blijer, volmaakter bestaan.

LICHT UIT DE HOGERE WERELD

Een goddelijke straal uit heilige dreven
Beroerde de nacht van het zondige leven.
’t Werd licht en een stem klonk luid alom,
’t Was een boodschap uit Gods heiligdom.

Mijn vrienden, de straal van licht die gezonden wordt uit het heiligdom Gods, zal de nevelen van de zonde die over de mensheid hangen, oplossen, zodat het oor geopend wordt voor de stemmen uit hogere werelden. De nacht is voorbij, het licht komt en uit de hoogte komen boodschappen waarvan de inhoud getuigenis aflegt. Wat is het doel van deze boodschappen? Je moet ze niet beschouwen als een middel om je nieuwsgierigheid te bevredigen, maar ze moeten beschouwd worden als een middel tot opheffing naar die gebieden, waar meer geleefd wordt volgens de geest van God en waardoor ook het goddelijk element gelegenheid heeft zich te ontplooien. Dat is de hogere kant van de spiritistische beweging, die zich in alle hoeken van jullie wereld doet gelden en een omvang krijgt, die niet meer te stuiten is.

Zoals bij alle geestelijke uitstortingen gebeurt het dikwijls dat ze aanleiding geven tot excessen en daardoor tot veel moeilijkheden leiden. Velen begrijpen de ware betekenis van hun zending niet en vergeten datgene wat een eerste gebod moet zijn in iedere beweging, dat is: “heb je naaste lief zoals jezelf”. Het is onmogelijk dat iedere ziel op dezelfde wijze kan reageren op de geestelijke uitstorting: vandaar de vele afscheidingen op jullie aarde. Toch mag dat nooit aanleiding zijn voor vijandschap, want alles wat aan geestelijks op de aarde aanwezig is, komt uit één bron en eenmaal zal alles zich verenigen in de mooiste harmonie. De stem van God klinkt alom en niets kan haar verhinderen in ieders hart binnen te dringen, waar ze iets doet sidderen dat de weg baant naar hogere gevoelens. De stem van God doet het verlangen in je ontwaken al je zonden van je af te werpen en volmaakt te worden zoals de Vader in de hemelen volmaakt is.
Hoe leren we Zijn stem onderscheiden in het gedruis van de wereld? Hoe moeten wij ons wapenen tegen de overheersing van het kwade? Ken je de stem van de stilte? Heb je in stille uren nooit gevoeld dat er je iets nader kwam dat niet van jullie wereld was? Het gevoel van iets rustgevends, iets dat blij maakt, iets wat je ophief boven het niveau van de alledaagse dingen? Zo ja, dan is het de stem van God die je geestelijk oor beroerde met zijn influisteringen en je vertelde van je kindschap van het hoogste Wezen. Jullie allen kunnen Zijn stem verstaan, want niets verhindert jullie om in innige gemeenschap te treden met het goddelijke, aangezien er in je ziel een deel van aanwezig is. In de wereld zal je die stem nooit kunnen verstaan. Alleen als je diepste wezen zich naar je eigen goddelijke deel neigt in stille gewijde uren, dan pas zal je het besef krijgen van de onveranderlijke stem van God, die door alle eeuwen dezelfde is en blijft. ’t Wordt licht! Een straal beroert het duister en zal de zonden verzengen in de brand van de goddelijke uitstorting. Eens zal de nacht verdwijnen en het licht zal altijd zijn heerlijke invloed blijven uitoefenen op de mensheid.

Jullie zijn van Gods geslacht en jullie zullen je afkomst niet voor altijd kunnen verloochenen. Dit is onze boodschap, die door allen die het horen, moet worden doorgegeven. Dan zal de bedoeling van onze zending beter worden begrepen en allen zullen meewerken om Gods rijk in de harten van de mensen te doen komen.

DE INVLOED VAN HET AARDS BESTAAN OP HET LEVEN IN HET HIERNAMAALS

Deze invloed is van zeer grote betekenis. Indien dit besef meer tot de mensheid doordrong, zou het leven anders gezien worden en iedereen zou trachten zijn gedachten een andere richting te geven die meer aansluit bij het gedachtenniveau waarop het bestaan aan onze kant geplaatst is. De grote belemmering is: de opvatting die de meeste mensen bezitten over het geestelijke leven. Of het denkbeeld van een voortbestaan wordt geheel genegeerd, of de opvattingen daaromtrent zijn zo verward, dat het de mensheid helemaal in de war brengt, en hen eerder tegen dan voor de werkelijkheid van het voortbestaan stemt. Indien deze nieuwe gedachtenstromen hen bereiken, keren ze zich af en leven hun stoffelijke bestaan verder zonder behoefte te tonen iets hogers in zichzelf te bereiken. Als ze aan onze kant komen en het geestelijke gordijn hun aards bestaan heeft afgesloten, dan moeten ze hun weg in het nieuwe leven proberen te vinden. Maar nu komt de grote moeilijkheid, want hoe kan men de weg vinden in een vreemd land, als men geen wegwijzer ziet? Men moet reeds in de stof de wetenschap verworven hebben om de wegwijzers te kunnen zien en ook te kunnen lezen. Als men die wetenschap niet bezit is men als een dwalende in een onbekend land waarvan men de taal niet kent. Het hangt van de mens zelf af of hij tot zij die dwalen behoort of niet.

In ieder is de mogelijkheid gelegd om zijn talent van geestelijk begrijpen te ontplooien en het is alleen maar zijn eigen hoger inzicht dat hem toegang zal verschaffen naar de zielenkennis van de geestelijke gebieden. Onze zending is er juist op gericht om de categorie der onwetenden te doen verdwijnen en om de mens te proberen op te voeden voor het leven dat hem wacht na de stoffelijke dood. Het is heel noodzakelijk dat een ander inzicht reeds op aarde wordt verkregen, want als jullie allen een blik konden werpen in de eerste gebieden van het geestelijke leven, dan zouden jullie net zoals wij, al jullie krachten inspannen om te proberen tot een andere toestand te komen. Het aardse leven heeft toch een doel, een hogere betekenis, meen ik.

Het is voor ons zo vreemd dat er nog door weinigen aan een andere mogelijkheid dan het stoffelijke leven wordt gedacht. Het begrip van iets anders dan een stoffelijke openbaring is aan hen vreemd en zij laten geen sprankje licht uit hogere bewustzijnsdenksferen in zich doordringen. Zij maken zich niet klaar voor het andere bestaan dat onherroepelijk moet binnengegaan worden en dat vóór je kan liggen als een land vol vrede en geluk, maar ook als een dorre vlakte, waar geen pad je aanspoort om te volgen en waar geen wegwijzer je helpt bij je zoeken naar een betere omgeving. Weet je dat je de wegwijzer reeds in het aardse leven mee kunt dragen? Weet je dat hij je grootste schat is, de mooiste die je kunt verwerven op je levenspad? Je kunt ook leren lezen wat er op geschreven staat, maar dan moet je geestelijk oog eerst geopend worden, want anders kun je de woorden niet ontcijferen.

Weet dat je aardse leven de sleutel is die het raadsel zal oplossen en je ziende zal maken in het land aan de overzijde, waar wij reeds vertoeven. Begrijpen jullie nu allen onze drang om de mensheid te helpen het geheim van hun leven te ontsluieren? Indien wij slechts enkelen tot een ander inzicht kunnen brengen, dan is ons werk niet voor niets gedaan. Er zijn hier zovelen die doof zijn voor onze stemmen en daarom trachten we door middel van aardse krachten aan enkelen onze stemmen te laten horen.

Het aardse leven moet beschouwd worden als de voorbereiding tot een hogere en ruimere bewustwording. De beproevingen in het aardse bestaan zijn de treden van de evolutietrap, die zich verliest in lichtende hoogten waar geen stoffelijke gedachte de weg heen kan vinden. Begrijp je ondervindingen en tracht ze daar te plaatsen waar ze goed belicht worden, dan zal je inzien dat ze je tot hulp strekken en stevige treden vormen voor je stijging naar het land van belofte ... het geestelijke Kanaän.

DE TOEKOMST VAN DE MENSEN

Mens, besef je tekortkomingen, bedenk dat je toekomst daar ligt, waar je geest kan bestaan en waar er geen plaats is voor het materiële. Geest en stof, toch twee zulke uitersten, vormen samen verbonden de hoogste schepping van God: de mens.

God schonk Zijn vonk aan de mens, die afdaalde in de stof. Besef daarom dat de geest het ware is en de stof het onwerkelijke. Als je stofkleed versleten is zoals een veel gebruikt kledingstuk, dan komt de tijd dat je voorbereid moet zijn voor het andere leven. De meeste mensen willen dat niet begrijpen. Al hun wensen zijn op deze wereld gebouwd, omdat voor hen alleen van waarde is wat hun ogen kunnen zien en hun handen kunnen aanraken. Aan die toekomst wordt liever niet gedacht als men nog in het volle materiële leven staat, maar als het uur van scheiden daar is, dan krimpt het hart samen van onnoembare angst voor de hun onbekende toekomst die toch ieder mens moet ingaan. Besef dit, allen. Gelukkig zij, die weten en ook willen weten wat er hun wacht na de dood.

Ja, dood van de stof, want je ziel leeft door. Voel je wat dat betekent? Als je je laatste ademtocht hebt uitgeblazen en je levensfluïdum zich heeft samengetrokken, dan bevrijdt je geestelijke lichaam zich van de stof die hem niet meer als voertuig kan dienen. Het lijkt op het aardse, maar is veel fijner en mooier, tenminste als je stoffelijke bestaan goed en rein is geweest. Degenen die je voorgingen, wachten je op om je naar je toekomstige tehuis te leiden. Bereid je voor op dat nieuwe bestaan in het land achter de sluier. Je ziet het niet, je kent het niet, maar toch is het even reëel voor de geest als de aarde voor de stof.

Al je geestelijke eigenschappen neem je mee en besef dit goed: zo als je doet, zo ontmoet je. Hoe hoger je aspiraties zijn, hoe meer zielenadel je uitstraalt, des te sterker voelt je geest zich aangetrokken tot het schone dat het geestelijke bestaan je kan bieden. Je schept je eigen leven daar in de sferen. Het hangt er van af hoe je leven op aarde is geweest en ook hoe je gedachten waren. Alles blijft bewaard en als je ontdaan van de stof hier aankomt als een arme bedelaar, dan zul je ondervinden dat geen aardse schatten je kunnen helpen. Alleen de schatten die door je ziel verzameld zijn, hebben waarde en zullen de poorten voor je openen naar het heerlijke land, waar de rust je opwacht en je een geluk zult vinden dat je op aarde tevergeefs zocht.

Verder lezen ...