Jullie moeten Mijn Woord niet met jullie verstand benaderen

Ontvangen door D.O. op 14 maart 2010
Vertaald van de website http://gott-ist-meine-kraft.info/

[…]
Jullie moeten het Woord van God, Mijn Woord, dat in de bijbel staat geschreven, niet met jullie verstand benaderen. Dit heb Ik jullie al heel vaak gezegd en Ik zeg het steeds opnieuw en Ik zal het ook steeds weer zeggen. Ik heb jullie Mijn Woord in beelden gegeven om het gemakkelijk te maken voor iedereen die vanuit zijn hart denkt. Dit Woord van Mij is geestelijk en ook slechts op die manier te verstaan. Als jullie Mijn Woord met het verstand willen begrijpen en het alleen in het uiterlijke zoeken, dan zullen jullie het slechts als een uiterlijk, vaag, niet veelzeggend en irriterend beeld bekijken en beoordelen.

Op basis van de inhoud zullen jullie onenigheid krijgen, zelfs oorlog voeren. Dat is het teken dat jullie Mijn Woord Gods niet begrepen hebben. Als jullie het echter in jullie hart horen, dan zal er een licht voor jullie opgaan. Dan zullen jullie de waarheid horen en dan wordt jullie hart werkzaam. En het licht van het inzicht zal uit jullie tevoorschijn komen. Maar jullie zullen niet meer strijden, maar vreedzaam met jullie naasten omgaan, vrede stichten en werkzaam worden in de liefde voor alles en iedereen. Jullie zullen niet meer steeds naar nieuwe kennis zoeken, maar jullie zullen in jullie hart met Mij in verbinding treden. En jullie zullen je door Mij in alle waarheden laten binnenleiden en jullie inzicht zal jullie in alle diepten laten schouwen.

Door dit schouwen zullen jullie echter ook inzien dat Adam slechts als een geestelijk principe begrepen zou moeten worden. Mijn eerste geestelijke wezen dat Ik schiep – Satana – was Mijn tegenpool, Mijn zogenaamde tweede helft, die Ik van alle macht en kracht voorzag. Wat zij miste was de vrije wil. Ik wilde echter een volkomen tweede ik, waarin Ik Me wilde en kon herkennen. Daarom heb Ik Mijn zogenaamde tweede ik met de vrije wil, het licht van het inzicht uitgerust – Lucifer. Maar met dit licht wist dit lichtwezen niets aan te vangen.

Het begon zich in de oneindigheid te oriënteren. Het begon zoals het kind tot rijpheid te komen door de oneindige ruimte te verlichten en inzichten te verzamelen. Maar de vrije wil betekende ook vrij tot zelf verworven kennis komen. Maar door deze kennis groeide ook de zelfstandigheid en de verzelfstandiging. Maar om hiertoe te komen, moesten hier eerst grenzen aan gewezen en gesteld worden. Mijn eerst geschapen wezen dat nu van de vrijheid begon te genieten, hield hier meer en meer van en vergat haar liefde voor Mij. Ze werd hoogmoedig en verwijderde zich van Mij.

Aangezien ze met alle macht uitgerust was, schiep ze op haar beurt ook ontelbare wezens en leidde hen tot ongehoorzaamheid tegenover Mij. Dit leidde echter tot hun val, die jullie bekend is. Deze val toont hier ook slechts het principe van gehoorzaamheid en ongehoorzaamheid, van oorzaak en gevolg. Gehoorzaamheid betekent liefde voor de anderen, liefde voor de naasten, liefde voor de schepping, liefde voor Mij. Het betekent een zich openen naar anderen, een zich geven voor de anderen, met open armen op de anderen toegaan. Ongehoorzaamheid betekent het tegendeel, zich afsluiten voor de anderen, de anderen niet zien.

Geestelijk gezien zijn hoogmoed en egoïsme de gevangenis waarin jullie je vrijwillig opsluiten. Het zijn de muren waarmee jullie je omringen. Toch blijft Mijn liefde bij Satana en jullie. En zo gaf Ik jullie een kans om terug te keren. De vrije wil waarmee Ik jullie uitgerust heb, moest Ik aan jullie overlaten, anders zou Ik Mijn goddelijk principe ontrouw geworden zijn. Maar Ik kon jullie je lijden voor ogen houden dat jullie door de val zelf geschapen hebben. Jullie zouden weer tot inzicht, tot licht moeten komen en omkeren – Adam -. Maar het principe van gehoorzaamheid en ongehoorzaamheid in jullie – slang – verleidde jullie opnieuw tot de val.

Zo verstevigde het laatste licht van inzicht zich ook – fijnstoffelijke ziel – met de duisternis tot grofstoffelijke materie. Jullie hebben je vrijwillig met de gevangenismuren omgeven waarin kommer en kwel, onvrijheid en nood je deel we
rden. Ja, deze materie is de gevangenis die jullie vrijwillig gemaakt hebben. Maar jullie zijn blind en jullie willen jullie lot niet inzien. Jullie maken Mij verantwoordelijk voor jullie miserie en jullie gaan nog steeds jullie eigen weg. Wanneer beseffen jullie dat? Ik kan jullie slechts bepaalde impulsen geven om je te bezinnen en tot inzicht te komen. Anders zou Ik jullie je vrije wil ontnemen.
Daarom heb Ik jullie steeds weer profeten en werktuigen gezonden, die jullie een zonnestraal, een geestelijke impuls door jullie gevangenisvenster moesten geven.

Maar jullie hebben de ogen gesloten en Mijn impulsgevers zelfs gedood, omdat Mijn goddelijke impuls van hen jullie verblind heeft. En toen al Mijn pogingen mislukt waren, ben Ik persoonlijk in de persoon van Jezus van Nazareth naar jullie gekomen. Ik heb jullie uit de boeien van jullie gevangenissen bevrijd. Maar jullie hebben Mij en Mijn goddelijke Woord dat Ik jullie bracht, verworpen. Ik heb Mijn goddelijkheid, Mijn almachtigheid verlaten en Ik heb Me met de grootste deemoed met een materieel lichaam bekleed, en Me op die manier naar jullie gevangenis begeven om aan jullie gelijk te zijn en Ik heb voor jullie de gevangenisdeuren geopend.

Maar het licht van de vrijheid dat Ik jullie bracht, verblindt jullie en jullie belemmeren jezelf om je gevangenis te verlaten. Mijn licht heeft jullie verblind, daarom hebben jullie Mij gedood. Jullie hebben de vrijheid die ik bracht, niet begrepen. Ik ben zelfs zichtbaar voor jullie opgestaan om jullie te tonen wat Mijn vrijheid betekent. Maar jullie zijn nog steeds blind, jullie laten je nog steeds verblinden. Wanneer begrijpen jullie dat? Het satanische, het luciferische en het adamitische principe waren voor jullie echter een voortdurende afdaling, het oude principe, het oude testament.

Met Mij kwam de omwenteling, de opstijging, het nieuwe principe, het nieuwe testament. Jullie zijn vrij! Begrijp het! Bevrijd jullie van jullie geestelijke muren en keer om! Bevrijd jullie van de ketenen die jullie gevangen houden! Jullie kunnen nu vrij beslissen welke weg jullie betreden: de weg naar de geestelijke vrijheid, die Ik ben, of de weg naar de geestelijke onvrijheid, in de richting waarvan Mijn tegenspeler jullie verleidt. Jullie zijn vrij! Maar jullie moeten zelf de weg kiezen die jullie willen gaan, de weg van het licht in de vrijheid of de weg in de duisternis, in de gevangenis.

Maar jullie, die Mijn impulsen in de geestelijke gevangenissen overbrengen, moedig Ik aan standvastig Mijn licht verder in de donkere ruimte te brengen en liefde te geven. Zodoende lost het nieuwe principe de gevallen en verstevigde structuren af en zodoende vindt Mijn tegenstander, Mijn tegenspeler, langs deze weg weer het licht van het inzicht. Want Ik houd van hem na zijn val zowel als voordien. Maar Ik, jullie Vader Jezus Christus, zegen jullie. Blijf Mij trouw.
Amen

Hoe God zoeken?

Uit het Grote Johannesevangelie, deel 10, hoofdstuk 78 (Jakob Lorber)

- ‘… er moet per slot van rekening toch zo’n God bestaan, zoals u Hem ons hebt beschreven! Maar waar is Hij? Hoe kan men in waarheid de weg naar Hem vinden?’

- ‘ Dat is voor een werelds mens natuurlijk niet zo gemakkelijk als een werelds verstandig mens misschien denkt, terwijl hij zegt: ‘Als er één of verscheidene goden bestaan, moeten ze zich door ons mensen niet al te moeilijk laten vinden, als ze door ons gekend en vereerd willen worden, zoals alle priesters dat overal als zeer strenge plicht aan de mensen opleggen; en als de goden zich niet snel en gemakkelijk door de mensen laten vinden, dan willen ze helemaal niet gekend en vereerd worden, ofwel ze bestaan helemaal niet, en dan is al het zoeken vergeefse moeite!’

Maar ik zeg jullie dat het niet zo is! Want ten eerste is er van eeuwigheid maar één, enig ware God, en die God wil door ons mensen gezocht, gevonden, gekend en vereerd worden door het strikt houden van Zijn geboden, die Hij tot ons heil heeft gegeven. En ten tweede, omdat er een God bestaat die door iedereen die ook maar enigszins moeite doet om te zoeken, heel goed in Zijn werken waargenomen kan worden, moet de mens die God ook vol echt liefdesverlangen zoeken; maar niet van vandaag op morgen, zoals lichtzinnige kinderen, maar van dag tot dag met steeds toenemende ijver en vlijt en met een in liefde voor Hem groeiend verlangen, en dan zal God Zich door zo’n zoeker net zo laten vinden als Hij Zich door mij en al door heel velen heeft laten vinden.

En als Hij Zich heeft laten vinden door één of ook meerdere mensen die Hem op de juiste manier zoeken, dan zal Hij zulke trouwe zoekers wel meedelen wat zij overeenkomstig Zijn uiterst wijze wil verder moeten doen en hoe ze dienen te leven om in Zijn liefde en genade te blijven en door Hem tot het eeuwige leven van hun ziel gewekt te worden.

En zo iemand zal zelfs onder de meest bedreigende omstandigheden op deze materiële beproevingswereld niet zwak worden of gaan wankelen in zijn werkelijk levende geloof en vertrouwen, maar hij zal alles met alle geduld en in volle overgave aan de hem bekende goddelijke wil zonder veel angst en vrees verdragen; en tenslotte zal hij God voor alles danken, omdat hij inziet dat God alle gebeurtenissen in deze wereld alleen maar voor het echte heil van de mensen heeft ingesteld. En wie God zo heeft gevonden, heeft zeker de hoogste en meest waardevolle schat van zijn leven gevonden!

En omdat dat de allerhoogste en meest waardevolle schat van het menselijke leven is – wat jullie nu wel zullen inzien – loont het zeker de moeite zo’n schat met de grootste ijver en ernst net zo lang te zoeken tot men hem heeft gevonden.

Wat beulen de mensen zich af bij het najagen en zoeken van aardse, vergankelijke schatten en goederen! De één boort in de bergen om goud, zilver en edelstenen te vinden; een ander duikt in de diepte van de zee om enkele parels te vinden; een derde vaart op een gebrekkig schip over de wijde, stormachtige zee om in een vreemd land de waren uit zijn eigen land voor een paar penningen duurder aan de man te brengen – en zo is de één hiermee en de ander daarmee bezig, en daarbij is geen moeite teveel, wanneer hij daarmee maar een of ander vergankelijk levensvoordeel te pakken kan krijgen.

Waarom wil men bij het zoeken van de allerhoogste levensschat die moeite eigenlijk niet ook nemen, terwijl men toch weet dat de mensen die die schat met de ware ijver zochten, die ook wis en waarachtig hebben gevonden?’